Ontsluiting

Een bevalling heeft drie verschillende fasen:

de ontsluitingsfase, de uitdrijvingsfase en de periode na de geboorte. De ontsluitingsfase duurt meestal het langst. Bij je eerste kindje gemiddeld twaalf tot veertien uur, bij de volgende meestal wat sneller. Ontsluitingsweeën rekken de baarmoedermond en het onderste gedeelte van de baarmoeder op. De baarmoedermond gaat hierdoor open en het hoofdje van de baby kan indalen. De verloskundige of arts houdt bij hoeveel ontsluiting je hebt en meet dit in centimeters. Sommige vrouwen vinden de pijn van de weeën goed te verdragen, andere vrouwen vinden het heel erg pijn doen. De pijn kan wisselend ervaren worden: in de buik, rug en/of benen voelen. Ook kan de pijn van plek wisselen. Rugweeën zijn volgens sommige vrouwen pijnlijker dan buikweeën. Ontsluitingsweeën gaan meestal rustig van start en nemen steeds meer in kracht toe. Bij tien centimeter ontsluiting is de baarmoedermond volledig geopend. Dan start de uitdrijvingsfase.